5 augustus: Breaking Bad en Albequerque

Allergisch als we zijn geworden voor traffic jams, rijden we vandaag alleen nog via gewone straten door Albequerque. Duurt langer, maar we zien veel. De suburbs met de villa’s, de wijken met de wat minder grote vrijstaande huizen, gebieden met grote appartementencomplexen en de slechte wijken, waar de huizen er beroerd uitzien en de tuinen vooral gebruikt worden om afval te dumpen.

We bekijken plekken uit de Breaking Bad serie. Je kunt in ABQ ook een campertoer maken die je langs alle plekken leidt, maar de $ 75 die daarvoor afgetikt moet worden is ons echt te veel.  

Het hotel Crossroads hoeven we niet meer op te zoeken, dat hebben we bij toeval gisteren al gezien. Wel bekijken we het huis van Hank en Marie in de sjieke villawijk ABQ Heights

Ook het huis van Walt en Skyler zien we. We hadden gelezen dat de huidige bewoners het niet op prijs stellen dat mensen hun huis fotograferen en iedereen verzoeken op gepaste afstand te blijven. Logisch. Maar, hoe hilarisch: als we de straat inrijden, zoekend welk huis het zou zijn (“Die met dat platte dak, waar Walt de pizza’s op gooide? – Oh nee, alle huizen hebben een plat dak”), zien we een door pionnen afgebakend stukje weg waar in de garage een vrouw op een stoeltje zit te gluren wie er zoal naar haar huis komen kijken. Als we er later nog een keer langsrijden, is de deur gesloten. 

Het fastfoodrestaurant uit de serie, Los Pollos, is een feest van herkenning. In het echt heet het Twisters, maar dat is dan ook het enige dat anders is. Binnen dezelfde booth’s en dezelfde troosteloze types. Zelfs de lucht van oud frituurvet die je bij Breaking Bad afleveringen bijna kon ruiken, hangt hier.

Het historisch centrum van Albequerque is mooi. Typische pueblobouw, met afgeronde muren en daken in steenrood en deuren en ramen in turquoise of knalblauw. Het heeft een hoog Flinstones gehalte. Voor de winkeltjes langs zijn veranda’s met gekleurde palen. Op het pleintje speelt een gitarist, in de kerk is een trouwerij gaande. De tussendoorweggetjes zijn idyllisch, met kleine winkeltjes en cafeetjes. Op de veranda bij een museum zien we indianen die hun sieraden verkopen.

In een van de vele moderne winkelgebieden buiten het centrum gaan we nog even shoppen. Sale alom, dus mooie nieuwe kleren voor weinig geld.

’s Avonds eten we Stefanies dikke tip: bourbon steak bij Applebee’s. Dan is het tijd om de rest van de reis uit te stippelen – voor zover dat kan. Kiezen we voor de Rocky Mountains of de nationale parken Arches en Canyonlands? Een blik op de weerapp doet ons kiezen voor het laatste. In de Rocky’s is het slecht weer. Regenachtig en vooral koud. Voor Silverton, de plaats waar we graag naar toe zouden willen, is de voorspelling 14 graden en regen. Dan is er weinig aan in de bergen.

Met mijn voet gaat het nog steeds niet lekker. De wond van twee weken geleden is nog niet dicht, er komt steeds vocht uit en de plek voelt pijnlijk. Niet fijn bij het lopen.