Pagina's

woensdag 2 augustus 2017

2 augustus: White Sands en El Paso

Het is grijs en nat als we opstaan, maar de weersverwachting voor Albequerque is gelukkig goed. 
Ons ontbijt bestaat vandaag uit zelfgeknutselde havermout in een koffiebeker; je wordt heel creatief tijdens zo’n vakantie. Dan pakken we de boel in en checken uit. 
We rijden vandaag via El Paso naar White Sands NP. Het eerste stuk is een gewone weg, waaraan drie ghost towns liggen: door alles en iedereen verlaten dorpen. Het is een raar gezicht. Panden waar de winkelnaam nog op staat, een kerk met dichtgetimmerde ramen, een benzinestation zonder pompen. Van wie zijn die panden – pak je gewoon je koffer in en ga je weg? En wie ruimt ze dan op?

Het laatste stuk rijden we over de Interstate, vlak langs de grens met Mexico.
El Paso is een veel grotere stad dan we hadden verwacht. De bebouwing is uitgestrekt en lijkt bijna eindeloos. Overal in El Paso wordt gebouwd, vooral veel nieuwe wegen. Ze gaan over en onder elkaar door als een rommelig omgewonden kluwen touw.

We rijden zo’n 60 mijl voorbij El Paso naar White Sands NP. Vanaf de weg is het witte zand al te zien, maar is het nog begroeid. In het park is het witte zand zo oogverblindend dat je niet zonder zonnebril kunt kijken. 


We rijden de loop door het park. De weg is ook van zand, maar ziet eruit zoals bij ons in de winter met ijs bedekte straten. We stappen op verschillende plekken uit om de duinen op te lopen. Het duinzand is heel fijn, als poedersuiker. Als je erop loopt, zak je er nauwelijks in weg. Er ligt een soort hard laagje bovenop, heel vreemd. 


De duinen zijn niet echt hoog; in vergelijking met de Sossusvlei in Namibië zijn het baby’s. Wel even mooi is de knalblauwe lucht die contrasteert met de duinen. De dieren die hier kunnen overleven, hebben zich qua kleur aangepast aan de omgeving, zoals deze hagedis. 


Terug in El Paso hebben we grote moeite met het vinden van het Comfort Suites hotel. We zien het liggen, maar kunnen er niet komen. De kaart in onze Tomtom is drie jaar oud en dus niet aangepast aan het vernieuwde El Paso. Gelukkig vinden we na twee dezelfde rondjes rond het hotel bij het derde rondje toch de weg die ernaar toe leidt.

Het Amerikaanse El Paso en Mexicaanse Ciudad Juarez vormden eigenlijk een stad, maar zijn in 2008 gescheiden door een hoog hek om de vanuit Mexico komende drugsbendes tegen te gaan. Er zijn drie grensposten in de stad, o.a. een om lopend de grens over te steken. Volgens reisgidsen is dit echter geen goed plan, omdat Ciudad Juarez nog steeds veel criminaliteit kent en de toerist dan een makkelijk slachtoffer is.
Alles in El Paso lijkt Mexicaans. De mensen, de winkels, de huizen en vooral de grote hekken eromheen. Bij vlagen wanen we ons in de binnenste ringen van de townships van Kaapstad.



We rijden naar Segundo Barrio, een wijk die bekend staat om de vele muurschilderingen. De wijk zou upcoming zijn, maar daar zien we niet veel van. De buurt is vooral oud en er zijn opvallend veel zwervers.


Vlakbij het hek tussen het Mexicaanse en Amerikaanse deel van de stad zetten we de auto neer om naar de andere kant te kunnen kijken. Aan de felgekleurde huizen zie je dat dit geen Amerika maar Mexico is. Camera’s op het hek en de auto’s van de border patrol houden alles, dus ook ons in de gaten.



Terug in het hotel blijkt dat de wc doorloopt. Mooie reden om van kamer te veranderen en een beter uitzicht te bewerkstelligen dan de betonnen omgeving van de eerste kamer. ’s Avonds stippelen we de route voor de komende dagen uit: we gaan via Albequerque en Santa Fe richting Colorado.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten