Pagina's

vrijdag 4 augustus 2017

4 augustus: Lincoln en (niet) Albequerque

Keurig om half 9 zijn we bij het vliegveld om de band te verwisselen. Het vliegveld lijkt uitgestorven. Achter de balie van Budget staat gelukkig wel iemand, maar hij weet niets van een nieuwe band en kan dit dus ook niet regelen. Er is niet eens een garage op Roswell airport. Maar de beste man heeft een veel betere oplossing: hij regelt simpel een nieuwe auto voor ons. Handtekening zetten, spullen overpakken, sleutel terugbrengen en vanaf dat moment hebben we een nieuw en schoon rijdend huis in de vorm van een Ford Escape. Deze auto is vrijwel nieuw; er staat maar 3000 mijl op de teller. Boel luxe features die we in de Nissan niet hadden, dus helemaal geweldig! Weg zorgen over de auto!




Vanaf het vliegveld rijden we via scenic ways naar Albuquerque. Onderweg komen we door Lincoln, waar een historic weekend is georganiseerd. Een actieve organisatie van vrijwilligers heeft de historische panden uit de tijd van de settlers opgeknapt en als museum ingericht. Tijdens dit weekend zijn de musea gratis toegankelijk en zijn er mensen in historische kleding aanwezig om bezoekers te vertellen over de tijd van de settlers, de county oorlog en de burgeroorlog.



In het voormalig kantoortje van de plaatselijke krant nemen we een kijkje. ‘It’s all fake news in here’ grapt de vrijwilliger die hier zit. We maken met hem een praatje over de gekte van Trump. “We Americans are all nuts, making a fool to president. Believe me, it’s a crazy country.”
Bij een standje over de Amerikaanse burgeroorlog krijgen we uitleg over de geweren die toen gebruikt zijn en in het museum zien we een tentoonstelling over de tijd dat de indianen in dit gebied woonden. Verbazend zijn sommige bordjes: ‘Native Americans were acting very hostile when the settlers came on their land.’ Ja, vind je ‘t gek?



De voormalige sheriff van Lincoln vertelt ons in het museum over de ruzie tussen twee winkeliers, die op een ware county oorlog uitliep. Billy the Kid, een vechtersbaas die na zijn dood een soort heldenstatus heeft gekregen, bemoeide zich er ook mee en schoot een van de twee heren dood. Hierna verschool hij zich in een gat onder de houten vloer in de slaapkamer; nu onderdeel van het museum.

We maken een praatje met vijf mannen die bij de voorloper van de foodtrucks zitten: een koets die ingericht is als keuken en ook als zodanig werd gebruikt in de tijd van de settlers. Nu gepensioneerd, vroeger leraren. Ze vinden het reuze interessant dat wij uit Nederland komen, willen weten hoe groot het is (“That small?”) en of we Texas of juist New Mexico mooier vinden. Dikke tip van de heren: ga niet naar Dallas. Dallas is de snelst groeiende regio en wordt aan alle kanten volgebouwd met woonwijken. “You want to see Southfork? Well, you can, but it’s surrounded by houses now, and doesn’t look like your memory of the show.”

foodtrucks 

Dit bij toeval tegenkomen van een plaatselijke festiviteit of fair, is een van de leukste dingen in de vakantie. Het is dè manier om echt in contact te komen met Amerikanen, iets wat anders maar moeizaam lukt.

Via scenic ways rijden we richting Albequerque. We passeren de Valley of the Fire, dat zo heet vanwege de zwarte rotsen.
Bij het binnenrijden van Albequerque zie ik ineens het hotel uit de serie Breaking Bad; herkenbaar aan de groene en blauwe vlakken op de gevel. In de serie een akelig hotel voor heroïneverslaafden; in het echt zitten ze er ook. Voor de rest zien we vandaag weinig van Albequerque. Na het inchecken in het La Quinta hotel willen we historic downtown bekijken, maar belanden in een mega traffic jam. Over een stukje van driekwart mijl doen we twee uur. Er is een ongeluk gebeurd zien we later, en de complete Interstate moet hiervoor worden afgesloten. Vier banen die naar één baan moeten. Doffe ellende, vooral als je erge honger hebt en erg nodig naar de wc moet.
Als het eindelijk zo ver is dat we de file uit zijn, is het donker en valt er weinig meer te zien van Albuquerque.

Ook ’s nachts is ons weinig rust gegund. Rond half 3 begint het brandalarm te gillen. Ik steek mijn hoofd even om de hoek van de deur en zie daar een man in een security T-shirt. Hij lijkt net zo verbaasd als de andere mensen die inmiddels op de gang staan en zegt niets over dat we naar buiten moeten. Toch maar doen (we worden ervaren, het is de derde keer dat we dit meemaken) en via de trappen gaan we naar beneden. Er staan al wat mensen buiten, maar het gros moet nog komen. Fantastisch om die bonte verzameling van duffe hotelgasten naar buiten te zien komen.

Als de brandweer, die met gillende sirenes aankomt, het hotel veilig heeft verklaard, sjokt de hele meute weer naar binnen. De dame bij de receptie heeft het druk met het maken van nieuwe sleutelkaartjes, die iedereen natuurlijk vergeten is. De security meneer blijft wat vertwijfeld buiten staan. “You did a good job, man!”

Geen opmerkingen:

Een reactie posten