Keurig
om half 9 zijn we bij het vliegveld om de band te verwisselen. Het vliegveld lijkt uitgestorven. Achter
de balie van Budget staat gelukkig wel iemand, maar hij weet niets van een
nieuwe band en kan dit dus ook niet regelen. Er is niet eens een garage op
Roswell airport. Maar de beste man heeft een veel betere oplossing: hij regelt
simpel een nieuwe auto voor ons. Handtekening zetten, spullen overpakken,
sleutel terugbrengen en vanaf dat moment hebben we een nieuw en schoon rijdend
huis in de vorm van een Ford Escape. Deze auto is vrijwel nieuw; er staat maar
3000 mijl op de teller. Boel luxe features die we in de Nissan niet hadden, dus
helemaal geweldig! Weg zorgen over de auto!
Vanaf
het vliegveld rijden we via scenic ways naar Albuquerque. Onderweg
komen we door Lincoln, waar een historic weekend is georganiseerd. Een actieve
organisatie van vrijwilligers heeft de historische panden uit de tijd van de
settlers opgeknapt en als museum ingericht. Tijdens dit weekend zijn de musea
gratis toegankelijk en zijn er mensen in historische kleding aanwezig om
bezoekers te vertellen over de tijd van de settlers, de county oorlog en de
burgeroorlog.
In
het voormalig kantoortje van de plaatselijke krant nemen we een kijkje. ‘It’s
all fake news in here’ grapt de vrijwilliger die hier zit. We maken met hem een
praatje over de gekte van Trump. “We Americans are
all nuts, making a fool to president. Believe me, it’s a crazy country.”
Bij
een standje over de Amerikaanse burgeroorlog krijgen we uitleg over de geweren
die toen gebruikt zijn en in het museum zien we een tentoonstelling over de
tijd dat de indianen in dit gebied woonden. Verbazend zijn sommige bordjes: ‘Native Americans were acting very hostile when
the settlers came on their land.’ Ja, vind je ‘t gek?
De
voormalige sheriff van Lincoln vertelt ons in het museum over de ruzie tussen
twee winkeliers, die op een ware county oorlog uitliep. Billy the Kid, een
vechtersbaas die na zijn dood een soort heldenstatus heeft gekregen, bemoeide
zich er ook mee en schoot een van de twee heren dood. Hierna verschool hij zich
in een gat onder de houten vloer in de slaapkamer; nu onderdeel van het museum.
We
maken een praatje met vijf mannen die bij de voorloper van de foodtrucks
zitten: een koets die ingericht is als keuken en ook als zodanig werd gebruikt
in de tijd van de settlers. Nu gepensioneerd, vroeger leraren. Ze vinden het
reuze interessant dat wij uit Nederland komen, willen weten hoe groot het is (“That
small?”) en of we Texas of juist New Mexico mooier vinden. Dikke tip van de
heren: ga niet naar Dallas. Dallas is de snelst groeiende regio en wordt aan
alle kanten volgebouwd met woonwijken. “You want to see Southfork? Well, you can, but it’s surrounded by houses now, and
doesn’t look like your memory of the show.”
foodtrucks
Dit
bij toeval tegenkomen van een plaatselijke festiviteit of fair, is een van de leukste
dingen in de vakantie. Het is dè manier om echt in contact te komen met
Amerikanen, iets wat anders maar moeizaam lukt.
Via
scenic ways rijden we richting Albequerque. We passeren de Valley of the Fire,
dat zo heet vanwege de zwarte rotsen.
Bij
het binnenrijden van Albequerque zie ik ineens het hotel uit de serie Breaking
Bad; herkenbaar aan de groene en blauwe vlakken op de gevel. In de serie een
akelig hotel voor heroïneverslaafden; in het echt zitten ze er ook. Voor de
rest zien we vandaag weinig van Albequerque. Na het inchecken in het La Quinta
hotel willen we historic downtown bekijken, maar belanden in een mega traffic
jam. Over een stukje van driekwart mijl doen we twee uur. Er is een ongeluk
gebeurd zien we later, en de complete Interstate moet hiervoor worden
afgesloten. Vier banen die naar één baan moeten. Doffe ellende, vooral als je
erge honger hebt en erg nodig naar de wc moet.
Als
het eindelijk zo ver is dat we de file uit zijn, is het donker en valt er
weinig meer te zien van Albuquerque.
Ook
’s nachts is ons weinig rust gegund. Rond half 3 begint het brandalarm te
gillen. Ik steek mijn hoofd even om de hoek van de deur en zie daar een man in
een security T-shirt. Hij lijkt net zo verbaasd als de andere mensen die
inmiddels op de gang staan en zegt niets over dat we naar buiten moeten. Toch
maar doen (we worden ervaren, het is de derde keer dat we dit meemaken) en via
de trappen gaan we naar beneden. Er staan al wat mensen buiten, maar het gros
moet nog komen. Fantastisch om die bonte verzameling van duffe hotelgasten naar
buiten te zien komen.
Als
de brandweer, die met gillende sirenes aankomt, het hotel veilig heeft
verklaard, sjokt de hele meute weer naar binnen. De dame bij de receptie heeft
het druk met het maken van nieuwe sleutelkaartjes, die iedereen natuurlijk
vergeten is. De security meneer blijft wat vertwijfeld buiten staan. “You did a
good job, man!”
Geen opmerkingen:
Een reactie posten